Matteüs 13:45-46 in drie verhalen
– door AnneMarie van Dijk-Smith –

De gelijkenis van de parelkoopman is één van de kortste gelijkenissen die staan opgetekend in de Bijbel. Anders dan bij sommige andere gelijkenissen geeft Jezus hier geen uitleg van de betekenis. Die combinatie heeft geleid tot heel verschillende interpretaties.
Gelijkenissen zijn minivertellingen die gebruik maken van herkenbare, dagelijkse situaties om een begrip uit een ander domein te verduidelijken. Het verhaaltje is een pakkende metafoor voor iets ingewikkelds.[1] Welke betekenis een metafoor aanneemt, welke aspecten worden uitgelicht of juist worden verborgen, is afhankelijk van de context van de toehoorder en lezer. De gelijkenissen van Jezus worden verder gekenmerkt door een crisis met een vaak ‘extravagante’, onverwachte ontknoping, die vragen oproept en dwingt tot een stellingname.[2] Jezus’ onderwijs in gelijkenissen werd zo een dialoog met toehoorders van allerlei slag. Ook ons daagt Jezus uit tot een levende dialoog met zijn woord dat we lezen.
Drie contexten, drie verhalen
Tijdens een onderzoek naar de werkingsgeschiedenis van Matteüs 13:45-46, bestudeerde ik verschillende interpretaties van deze gelijkenis.[3] Om tot een beter begrip te komen van deze interpretaties schreef ik daarop gebaseerde eigen versies van ‘de parelkoopman’. De narratieven illustreren hoe bewustwording van de dialoog tussen de oorspronkelijke tekst en de context van de uitlegger een korte tekst, met maar enkele elementen, tot een betekenisvol verhaal kan maken. De nieuwe verhalen laten zien hoe de oude woorden worden tot een levende boodschap voor nu. Ik presenteer hier drie verhalen vanuit drie verschillende contexten.
Elk van de drie verhalen wordt ingeleid door een korte presentatie van de interpreet, de vraag aan de parabel en een korte samenvatting van het oorspronkelijke artikel. Hoewel de biografie in de ‘ik’-vorm is gesteld, is de tekst afkomstig van de auteur van dit artikel en daarmee een eigen interpretatie van de context van de oorspronkelijke auteur. Ook de drie narratieven zijn een interpretatie van de verschillende benaderingen, geschreven door de auteur van dit artikel en niet afkomstig van de oorspronkelijke interpreet. De relatie tussen de verschillende interpretaties van de parabel en de context van de interpreet komt aan de orde onder het kopje ‘reflectie’.
Het verhaal van een parel
Ik ben Eric Ottenheijm[4], bijbelwetenschapper. Ik kijk vanuit een joodse context naar de parabels van Jezus. Wat wil de parel zeggen in deze gelijkenis over de koopman en het Koninkrijk? Waarvoor staat die parel, die de koopman tot economisch irrationeel gedrag drijft? Wat riep die parel op bij de gemeente voor wie Matteüs het verhaal opschreef? In het artikel onderzoek ik de literaire en semantische betekenisvelden van ‘parel’ en eventuele standaardplots.[5] In de Hebreeuwse Bijbel komt het woord ‘parel’ niet voor en in vroege Rabbijnse geschriften krijgt de parel een veelheid aan symbolische betekenissen.[6] Voor Matteüs’ lezers was de parel waarschijnlijk vooral een object van grote, niet volgens de gebruikelijke regels te bepalen economische waarde, het meest heilige als een persoonlijke keus, het Koninkrijk.[7]
Hervertelling 1
Het Koninkrijk van de hemel is een koopman die op zoek was naar mooie parels. Die koopman is een kenner. Hij heeft heel wat mooie parels in handen gehad, gekocht en weer verkocht, maar hij blijft zoeken, naar die ene, helemaal perfecte parel. De parel waarvoor hij alles zou willen opgeven. En zie, daar ligt hij. De koopman staat als verlamd, geobsedeerd kijkt hij naar die parel van een uitzonderlijke schoonheid. Een parel die alle andere doet verbleken. ‘Die parel, die is daar voor mij, voor mij alleen. Ik moet hem hebben, koste wat het kost – nee, ik weet dat het mij alles kost. En ik kan het weten, ik ben een kenner. Mijn hele handel kan me niets meer schelen, ik moet hem hebben, deze is meer dan waar ik altijd naar op zoek ben geweest.’ En hij gaat, hij verkoopt alles wat hij heeft en koopt die parel. ‘Eigenlijk is dat alleen maar een zakje met geld wat ik geef voor die parel, die parel van onschatbare waarde. Hij is nu van mij – zie, hij ligt hier in mijn hand, mijn kostbaarste bezit.’
En Matteüs zegt daarmee tegen zijn publiek: ‘Zie en hoor de onderwijzing, de kennis die ik met jullie deel over Jezus en zijn Koninkrijk. Zo wil hij dat jullie, dat wij zijn: dat we helemaal gaan voor zijn Rijk en alles achterlaten. Doe zoals die koopman. Kijk ook naar wat Jezus verder zei, kijk naar zijn discipelen van toen, die met hem meegingen en hun oude leven, hun oude banden achterlieten. Kijk alleen maar naar die parel – dat allerkostbaarste goed, dat in je hand ligt, daar, voor jou!’ |
Het verhaal van een koopman
Ik ben Ernest van Eck, nieuwtestamenticus.[8] Ik leef in een land dat getekend is door sociaal onrecht en uitbuiting. Ik zoek een sociaal-wetenschappelijke benadering van de gelijkenissen van Jezus in diens historische context. Hoe kan Jezus een koopman nemen als beeld voor het Koninkrijk? Hoe komt die parelkoopman tot dat ongewone gedrag? De analyse in mijn artikel gebruikt de concepten ‘cultural scripts’ en ‘limited good’ om in bijbelse en buiten-bijbelse teksten te onderzoeken wat het beeld van de parelkoopman zal hebben opgeroepen bij Jezus’ toehoorders in ruraal Galilea. Het ‘cultural script’ van de koopman was over het geheel negatief: kooplieden werden gezien als goddeloos en uit op zelfverrijking. In een rurale samenleving, ingesteld op de verdeling van beperkte goederen, is het oogmerk van eigen winst niet alleen slecht maar ook sociaal destructief: in die context betekende dat stelen van anderen.[9] De parabel van de koopman beschrijft diens transformatie waardoor hij deel krijgt aan het Koninkrijk.[10]
Hervertelling 2
Er was een koopman, een ongebonden reiziger, een ‘loner’, die vooral aandacht had voor zijn handel en zijn eigen gewin. Eigenlijk had hij helemaal geen oog voor de mensen om hem heen. Hij kocht zo goedkoop mogelijk, hij verkocht ver boven de prijs zonder enige scrupule. Hij paste goed in het idee van de Romeinen, die handel stimuleerden. Romeinen, die een bijeffect van verstoring van hechte gemeenschappen wel toejuichten. Dat kon alleen hun eigen macht maar ten goede komen! Weg met die clans, die zich samen nog een beetje sterk konden voelen en hun eigen gang gingen, zoals voorheen – of erger, die zich verzetten tegen de Romeinen. Kortom, een koopman aangepast aan een nieuwe, op macht en eigen gewin georganiseerde samenleving, een op zichzelf gerichte ‘outsider’.
Die koopman vond een parel. Je moet weten dat parels in die tijd stonden voor iets buitengewoon kostbaars, eigenlijk buiten bereik. Die koopman vond een parel. Er staat niet bij hoe of waar. Of vond de parel misschien hem? Die koopman vond hem en hij moest en zou die parel hebben. Hij ging weg om alles te verkopen wat hij bezat! Voor minder ging het niet. En toen kocht hij die parel.
En toen? In ieder geval had hij niets meer om handel mee te drijven, alleen die parel waarvoor hij alles had opgegeven. Hij was opgehouden koopman te zijn, misschien zonder dat het een echt besluit was. Het gebeurde op het moment dat hij alles verkocht voor die ene parel. En wat ook gebeurde is dat hij, die nergens bij hoorde, nu hij niets meer van zichzelf had, opeens bij het Koninkrijk hoorde: opgenomen in een gemeenschap, in een andere werkelijkheid waarin iedereen alles losgelaten had wat hij bezat. Allemaal mensen met alleen maar die parel… |
Het verhaal van het zoeken en gevonden worden
Ik ben Pieter Dirk Dekker en ik doe onderzoek naar uitverkiezing en armoede en rijkdom.[11] Hoe kan het toch dat de leer en de prediking uiteenlopen? Als alles genade is, hoe komt het dan dat deze gelijkenis lijkt te zeggen dat een mens toch zelf moet zoeken? Middels de bespreking van de parabel van de parelkoopman onderzoek ik hoe systematisch-theologische debatten als context fungeren voor nieuwe interpretaties van de Schrift: vooruitgangsdenken versus nederigheid en verwachting; eigen initiatief versus genade. Ik spits mijn onderzoek van verschillende interpretaties van de parabel toe op het zoeken van de koopman. Het gaat om de vraag aan wie deze activiteit wordt toegeschreven. De conclusie is dat het Barthiaanse perspectief een eigen licht werpt op de interpretatie van de gelijkenis.
Hervertelling 3
Jezus zei: Ik vertel jullie nog een gelijkenis. Het Koninkrijk lijkt op een koopman die op zoek was naar mooie parels. Dat was zijn vak en hij had er een goede neus voor en jarenlange ervaring. En toen zag hij een parel die hij moest hebben, alle andere, zijn hele handel, gaf hij ervoor op, ook al ging hem dat aan het hart. Hij ging weg en verkocht alles wat hij had en kocht die parel.
Jezus vroeg de discipelen aan het eind: ‘Hebben jullie dit alles begrepen?’ ‘Ja,’ antwoordden ze (Mat. 13:51). Maar wat hebben ze gehoord, en wat hebben ze begrepen? Wie is die koopman toch, hoe kan hij het Koninkrijk zijn? Bedoelt Jezus dat je zelf actief op zoek moet gaan naar het Koninkrijk, naar God? Zoek en je zult vinden, klop en er zal je opengedaan worden… Is het dat? Maar die koopman dan, die alles opgeeft? Wat moet die nog als hij alleen die parel nog maar bezit? Van een parel kun je toch niet eten? Doelt Jezus op hen en horen de discipelen nog de boodschap van Jezus toen hij ze uitzond? Neem niets mee voor onderweg! Die parel in de hand van de koopman, waar hij verliefd, gefascineerd naar kijkt – is dat de belofte, het rijk dat gaat komen? Maar Jezus zei toch dat het Koninkrijk is als een koopman… Doelt hij op zichzelf, op zoek naar volgelingen die met hem het Koninkrijk aanwezig stellen? Hij die zijn leven daarvoor opgeeft? Of is het misschien God zelf, die koopman die op zoek is? Zoekt Hij Jezus om het Koninkrijk op aarde zichtbaar te maken? Of geeft Hij Jezus juist op, zijn enige zoon die Hij liefheeft, om zondaars, die in zijn ogen kostbare parels zijn, tot Hem te brengen? |
Reflectie
In deze reflectie gaat het eerst over de verhouding tussen tekst en verhaal. Daarna komt meer expliciet de vraag aan de orde naar de verhouding tussen tekst en context. Wil contextbepaaldheid zeggen dat interpretaties geen grenzen kennen? Waar blijft in de veelheid van interpretaties de boodschap die Jezus wil overbrengen aan zijn divers gehoor, aan ons?
Verhalen maken de tekst – de tekst maakt verhalen
In de gelijkenissen zijn verhalen uit het dagelijks leven van mensen de basis voor de tekst. Als metafoor opent de tekst zich voor een interpretatie, een nieuw verhaal dat een betekenis oplicht voor de lezer, terwijl andere mogelijke betekenissen verborgen blijven. Zo ontstaat een hermeneutische cyclus van lezen van de tekst, die in interactie met de actuele context de tekst een nieuw leven geeft en nieuwe betekenis onthult. Dezelfde tekst maakt een nieuw verhaal, nieuwe verhalen: een persoonlijk verhaal voor toen, voor hen, en voor nu, voor mij, voor u.
Contextueel verstaan – drie verhalen
In de drie interpretaties zijn het vooral de ‘objecten’ die vragen oproepen met betrekking tot het Koninkrijk: wie is toch de koopman, wat is de betekenis van de parel? Bij Karl Barth kán de koopman niet de mens zijn die God of het Koninkrijk zoekt – het heil moet de mens gegeven worden, Gods genade is de enige weg.[12] Vanuit de reformatorische traditie onderschrijft Dekker een christologische interpretatie, waarin God (de koopman) zijn Zoon opgeeft om zondaren, die voor God waardevolle parels zijn, voor zich te verkrijgen.[13] Maar is dat Jezus’ joodse weg? De weg van het leven in het Verbond, in een weten dat de mens alleen kan bestaan door en in God, maar waar God de mens ook nodig heeft en deze een eigen verantwoordelijkheid geeft?[14]
Vanuit zijn joods-rabbijnse context legt Ottenheijm het accent op de parel als teken van het allerheiligste waarnaar je kunt reiken (de Wet, het Koninkrijk), waartoe Matteüs zijn lezers aanspoort in imitatie van de koopman die alles opgeeft.[15] Van Eck stelt vast dat Jezus niet aarzelde een goddeloze, maatschappelijk niet-acceptabele buitenstaander, de koopman, als beeld te nemen voor het Koninkrijk. Hij ziet in de parabel een boodschap van hoop op een onmogelijk lijkende positieve transformatie naar een samenleving waar het niet meer gaat om uitbuiting en leven ten koste van een ander. De parabel opent de mogelijkheid van een nieuwe werkelijkheid.[16]
Vragen en boodschap
De drie interpretaties roepen nieuwe vragen op naar wat Jezus hier bedoelt te zeggen over het Koninkrijk. Is het Koninkrijk misschien vooral de dynamiek van de werkwoorden, het proces dat die beschrijven, met dat keuzemoment in het midden: weggaan… om wat te doen?! Of beschrijft Jezus hier een nieuwe werkelijkheid na het oude Verbond dat door de Wet werd bekrachtigd? Waagt God het zonder de regels van de wet met die Ene, die Hem op aarde gaat vertegenwoordigen en die met zijn leer de zoekende mens een weg biedt tot Hemzelf? Is het Koninkrijk het waagstuk van God? Met Jezus? Of mogen in deze koopman, die de allerkostbaarste parel verwerft, God en de mens elkaar ontmoeten in een ‘leven van elkaar’? Een leven waarin de zoekende mens zich afhankelijk weet van de liefde en leiding van God en Gods medewerker wordt om het Koninkrijk dichterbij te brengen. Misschien om in momenten waarin het zoeken van God en mens samenvallen, ook in het hier-en-nu een glimp daarvan zichtbaar te maken.
‘Om de vertaalslag tussen tekst en lezer op een verantwoorde manier te maken,’ schrijft Wisse: ‘De scholing van predikanten in het lezen en interpreteren van de Schrift blijft daarvoor onverminderd van belang, juist ook om weerstand te bieden aan de neiging om vanuit elk willekeurig gekozen perspectief een ons welgevallige betekenis aan de tekst te ontlenen.’[17] Voor Wisse betekent dat ‘het vermogen het heil in Christus op een theologisch steekhoudende manier in gesprek te brengen met ervaringen, praktijken en tradities in kerk en cultuur’.[18] Paul Ricoeur beschrijft hoe elke interpretatie ook tekstproductie is en hoe die een nieuwe wereld schept uit vele mogelijke werelden. Jacques Derrida voegt daaraan toe dat een tekst zelf de breedte daarvan aangeeft: in een veelheid van interpretaties blijft de partituur herkenbaar.[19]
Jezus’ verhaal om het Koninkrijk te verduidelijken bevat slechts twee akkoorden, de koopman en de parel, maar de werkwoorden maken de muziek. Ze spreken van een sterke dynamiek: zoeken en vinden, weggaan, verkopen en kopen. Alleen ‘weggaan’ heeft geen complement (een ‘komen’). Is dit mogelijk een teken van dat kritische moment dat aan de onverwachte ontknoping voorafgaat?[20] Iemand zoekt iets/een ander, vindt en staat voor een keus om alles bij het oude te houden of opnieuw te beginnen met alleen maar die parel – uit pure verliefdheid. De gelijkenis roept op om de keus te maken op weg te gaan zonder te weten waarheen (Hebr. 11:8): het Koninkrijk als waagstuk van overgave, uit pure liefde. Ook dit is – hoe trouw ook aan de partituur – een interpretatie.
Conclusie
Jezus’ gehoor was divers: zijn leerlingen, de menigte, de farizeeën… Zijn onderwijs in gelijkenissen was daarop afgestemd. In de parabels kon ieder naar zijn begrip en context een boodschap vinden, aanvaarden of afwijzen. Het ene verhaal werd zo een uitgangspunt voor een veelheid van persoonlijke verhalen. In die veelheid klonk er steeds dat onverwachte, die destabiliserende wending, de oproep tot en belofte van een andere werkelijkheid. Juist door het aangesproken worden in het eigen verhaal klonk er altijd weer de oproep tot een persoonlijk antwoord en tot verandering.
Ook vandaag kan de gelijkenis zo werken, waar (over)bekendheid van het verhaal of de traditionele uitleg ervan kunnen worden losgelaten. Daarvoor zijn rust en aandacht nodig om te lezen: de ruimte voor een open dialoog met de tekst.[21] In die dialoog van de tekst met de lezer in zijn eigen persoonlijke context kan de gelijkenis voor ieder worden tot een persoonlijk verhaal met een eigen betekenis, een eigen oproep. In een individuele lezing kan het herschrijven van de gelijkenis, op verschillende momenten en manieren, nieuwe aspecten doen oplichten. In een groep kan het delen van het persoonlijke verstaan de tekst openen en zijn betekenis verdiepen.
Voor de verkondiging legt Wisse de lat hoog met een dubbele dialoog tussen de tekst en ervaringen, praktijk en tradities binnen de kerk en binnen de cultuur. De drie parelkoopman-verhalen van dit artikel laten zien hoe een uitgangspunt in de joodse traditie, sociaal-maatschappelijk denken en kerkelijke leer en traditie tot verschillende interpretaties leidt en nieuwe vragen oproept over wat Jezus wilde verduidelijken over het Koninkrijk. Het vertellen van het verhaal vanuit verschillende contexten dwingt tot een expliciteren van de context en het eigen uitgangspunt. Het is een creatief proces dat ruimte geeft om te zoeken naar de essentie van de tekst, naar de boodschap van het heil van Christus binnen de eigen context van cultuur en kerk, van traditie en actualiteit, van gezag en vernieuwing. Dat kan alleen in een levende dialoog met die telkens weer destabiliserende, hoopvolle boodschap over dat Koninkrijk waardoor we ons mogen laten aanspreken, waaraan we in overgave mogen deelnemen, meewerken.
Dr. AnneMarie van Dijk-Smith (ajm.vandijksmith@gmail.com) heeft na haar werk als psychiater/psychotherapeut de joint bachelor theologie gevolgd aan de PTHU/VU te Amsterdam.
Voetnoten
[1] Eric Ottenheijm, ‘De Parabels van Jezus en van de Rabbijnen als “Media” van Tora,’ NTT Journal for Theology and the Study of Religion 71 (2017): 71.
[2] Paul Ricoeur, ‘The “Kingdom” in the Parables of Jesus’, Anglican Theological Review 63 (1981): 166.
[3] AnneMarie van Dijk-Smith, ‘Het is met het Koninkrijk als met een Parelkoopman… De Wirkungsgeschichte van Matteüs 13:45-46’ (bachelor thesis, PThU/VU, 2022). Supervisor prof.dr. A.W. Zwiep, tweede lezer prof.dr. E. van Staalduine-Sulman. Het begrip werkingsgeschiedenis omvat zowel de historie van interpretatie als de actuele levende dialoog met de tekst.
[4] Eric Ottenheijm, ‘Finding Pearls: Matthew 13:45–46 and Rabbinic Literature,’ in: Hebrew Texts in Jewish, Christian and Muslim Surroundings, ed. Klaas Spronk and Eveline van Staalduine-Sulman (Leiden: Brill, 2018). Voor feitelijke informatie over de auteur, zie Parabelproject-blog, https://parabelproject.nl/eric-ottenheijm/ (geraadpleegd 2 maart 2022).
[5] Deze analyse berust op de ‘Bildfeldtheorie’ die stelt dat de betekenis van metaforen wordt bepaald door een vrij stabiel, cultureel vastgelegd betekenisveld, dat auteur en gehoor delen. Opgenomen in een gelijkenis/tekst gaat dit veld de betekenis van die tekst bepalen. Ottenheijm, ‘Finding Pearls’, 232.
[6] De schoonheid van de parel maakt hem tot metafoor voor de Tora of voor beloning en deugden; zijn marktwaarde komt naar voren in een economisch beeldveld; zijn bruikbaarheid als medicijn, als materiaal voor lampen en poorten en een allegorische interpretatie van zijn uitstraling leidt tot de toepassing op een rechtvaardig persoon, op Israël, Mozes/Aaron of David/Messias. In het rabbijnse denken vormt de parel door zijn subjectieve waarde een verbinding tussen de werelden van de materie en van heiligheid. Om hem te verkrijgen is totale toewijding vereist. Ottenheijm, ‘Finding Pearls,’ 238, 249.
[7] Ottenheijm, ‘Finding Pearls,’ 251.
[8] Ernest Van Eck, ‘When an Outsider Becomes an Insider: A Social-Scientific and Realistic Reading of the Merchant (Mt 13: 45-46)’, HTS Teologiese Studies/Theological Studies 71 (2015). Voor informatie over de auteur, zie Academia, University of Pretoria, https://up-za.academia.edu/ErnestvanEck (geraadpleegd 2 maart 2022).
[9] Van Eck, ‘Outsider’, 5.
[10] Van Eck, ‘Outsider’, 7.
[11] Pieter Dirk Dekker, “Reading Matthew 13,44-46 after Barth’s ‘Nein!’: On the Usefulness and Relevance of Systematic-Theological Debates as Interpretive Lenses in the Exegesis of Scripture’, Zeitschrift für Dialektische Theologie 34 (2018). Voor informatie over de auteur zie https://reliwerk.nl/nieuws/promotieonderzoek-pieter-dirk-dekker-naar-uitverkiezing-en-armoede-en-rijkdom-gefinancierd-door-de-nwo/ (geraadpleegd op 29 mei 2024).
[12] Dekker, ‘Reading Matthew 13,44-46’, 141, 145.
[13] Dekker, ‘Reading Matthew 13,44-46’, 147-148.
[14] Zie ook het hoofdstuk ‘Goddelijk initiatief, menselijk initiatief’ over de binnen het Verbond verschuivende relatie tussen God en mens, waarbij de mens steeds meer tot het nemen van verantwoordelijkheid in de wereld geroepen wordt. Jonathan Sacks, Een Gebroken Wereld Heel Maken. Verantwoordelijk Leven in Tijden van Crisis (Middelburg: Skandalon, 2016), 176-191.
[15] Ottenheijm, ‘Finding Pearls,’ 251.
[16] Van Eck, ‘Outsider’, 6-7.
[17] Maarten Wisse e.a., Geroepen door Christus: Een theologie van de ambten (Utrecht: Uitgeverij KokBoekencentrum, 2023), 125.
[18] Wisse et al., Geroepen door Christus, 125.
[19] Merold Westphal, ‘The Philosophical/Theological View’, in: Biblical Hermeneutics. Five Views, ed. S.E. Porter and Beth M. Stovell (Downers Grove: InterVarsity Press, 2012), 80-83.
[20] Het is opvallend dat de NBV21 het woord ‘weggaan’ in de Griekse tekst (ΝΑ28) niet vertaalt en alleen spreekt over zoeken, vinden, verkopen en kopen.
[21] Methodisch kan hier gedacht worden aan de stappen van de Lectio Divina: lectio, meditatio, oratio, contemplatio (lezen, mediteren, bidden, beschouwen).
Comments