Aangewakkerd vuur.
Historische achtergrond en theologische bedding van de Charismatische Werkgemeenschap Nederland.
Jan H. Karelse, Ekklesia Houten 2024, € 19,99
De eerste secretaris van de Charismatische Werkgemeenschap Nederland (CWN) Jan Karelse heeft een interessant boek geschreven. Zeker voor kenners en deelnemers aan conventies van de CWN is het een boeiend boek.
Karelse beschrijft in 100 korte hoofdstukjes de voorgeschiedenis, de oprichting en de theologisch bedding van de CWN. Als in een goede bevindelijke preek doet hij dit in drie punten. In het eerste deel besteedt hij volop aandacht aan de voorgeschiedenis. In het tweede beschrijft hij de oprichting en ontwikkeling van de CWN vanaf 1972. Het derde, theologische deel is het kortst: slecht 17 van de 100 hoofdstukjes. Volgens Karelse past dit in de traditie van charismatische vernieuwing en dus ook van de CWN. De ervaring van de heilige Geest gaat vooraf aan de theologie van de Geest. Die volgorde moeten we volgens Karelse niet willen omkeren. Hij stelt dat wie begint met een idee van of over de Geest, niet toekomt aan de realiteit van de Geest met als gevolg dat de Geest wordt gereduceerd tot ideologie (92 – de nummers verwijzen naar de hoofdstukjes).
Het gevolg van deze theologisch gefundeerde opzet is dat het boek een grote opsomming van allerlei gebeurtenissen en bijeenkomsten is. Als relatieve buitenstaander duizelde het mij bij het lezen van dit relaas. Wat mij betreft had Karelse meer mogen uitzoomen. Een rode draad had mij geholpen om de geschiedenis van de CWN scherper in beeld te krijgen. Een theologische reflectie op deze ontwikkeling had mij scherper zicht gegeven op het eigene van de charismatische vernieuwing waar de CWN voor staat, juist ook ten opzichte van de Pinksterbeweging waar de CWN uit voortgekomen is. Het blijft voor mij de vraag waarom het nodig was om in 1972 de CWN op te richten. Binnen het geheel van de Pinksterbeweging was er immers ook volop aandacht voor geestelijk leven, gestempeld door de doop en de gaven van de Geest.
Karelse maakt duidelijk dat moderne rationele theologische ontwikkeling en prediking de aanjager is geweest van de charismatische beweging. Velen ervoeren dat het hart tekortkwam doordat het leven uit en door de Geest nauwelijks aandacht kreeg. Tijdens de oprichtingsvergadering in 1972 was de doelstelling van de CWN om christenen van alle kerken aan te moedigen te leven door de Geest, plaatselijke gemeenten te stimuleren volop aandacht te geven aan het werk van de Geest en christenen aan te moedigen uit te zien en te bidden om een wereldwijde opwekking door de Geest (44). Aan het begin van de theologische reflectie stelt Karelse dan ook dat veronachtzaming van het werk van Gods Geest heeft geleid tot verschraling van het beleven en belijden van het christelijk geloof (84). Naar zijn overtuiging is charismatische vernieuwing het medicijn tegen deze verschraling en verschrompeling van geestelijk leven. In haar aard is de CWN dus een tegenbeweging.
Mijn hervormde voorganger Albert van den Heuvel noemde de CWN ‘een herstelbeweging’ die de rijkdom en veelkleurigheid van het Evangelie laat schitteren (161). Hoe waar dit in bepaalde theologische en kerkelijke situaties ook was – en nog steeds is – toch is dit niet het hele verhaal. In een deel van de kerken stond en staat leven door de Geest centraal. Denk bijvoorbeeld aan de orthodox gereformeerden binnen Gereformeerde Kerken en binnen de traditie binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Naast een rationele inslag gaat het in deze traditie om prediking en geloofsleven gestempeld door bevinding. Ook al ligt de spits van dit geestelijke leven op bekering, het gaat ook hier om het werk van de heilige Geest in het leven van mensen dat tenslotte zichtbaar wordt in een concreet leven van navolging van Christus. Het verbaast mij dat in Aangewakkerd Vuur hier in het geheel geen aandacht aan wordt besteed. (Overigens: in de orthodox gereformeerde hoek van de kerk is er ook nauwelijks aandacht voor de CWN.)
Het is opvallend dat jaren nadat de zuilen ook in de kerk verdwenen zijn, we in theologische en kerkelijke bubbels leven. Het lijkt me de uitdaging om deze te doorbreken, juist vanwege de veelkleurigheid van het werk van de Geest en daarmee van het lichaam van Christus. Zou het niet prachtig zijn om met elkaar in gesprek te gaan om van elkaar te leren en te ontdekken dat bevinding vele gestalten kent, zoals bijvoorbeeld gereformeerd-orthodox geestelijk leven, Ignatiaanse spiritualiteit en vrijzinnige reflectie op de cultuur? Tonen de verschillende uitingen van dit diverse geestelijke leven samen niet iets van de veelkleurigheid van de Geest?
Karelse vertelt het verhaal van de veelkleurigheid van de Geest binnen de kaders van de CWN, nationaal en internationaal. Het is bijzonder om dit te lezen. Niet als exclusief maar als expliciet getuigenis van leven door de Geest.
René de Reuver, scriba van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland
Comments