Het themanummer (INSPIRARE 2020/4) is te bestellen via een mail naar de uitgever (bezemer@merweboek.nl) onder vermelding: Themanummer Profetie, Inspirare 2020-4, met vermelding van uw naam en adres, of via ons bestelformulier.
Het themanummer over profetie richt zich op actuele ontwikkelingen binnen evangelische en charismatische kerken en bewegingen. Op allerlei plaatsen worden cursussen over profetie aangeboden. De nadruk ligt niet zozeer op bezinning maar meer op het doen, zoals de titel van een cursus luidt: ‘Profeteren kun je leren’. Twee jaar geleden kwam er vanuit verschillende kanten de vraag of er onderzoek gedaan kon worden naar profetie. Dit resulteerde in een vragenlijst naar ervaringen met profetie die in mei 2019 online is gegaan.
Het hoofdartikel ‘Profeteren moet je leren?’ (Klaver en van Dijk) biedt een overzicht van verschillende opvattingen over profetie en de belangrijkste uitkomsten van het profetie-onderzoek. Een deel van dit artikel kunt u online lezen.
De uitkomsten van het onderzoek naar profetie
De online enquête is door verschillende media verspreid en door ruim 500 respondenten in zijn geheel ingevuld.(1)[De deelnemers aan het onderzoek vertegenwoordigen de breedte van de kerkelijke kaart in Nederland en hebben een relatief hoge opleiding. De meerderheid van de respondenten is nog altijd betrokken bij de kerk of gemeente waarin men is opgegroeid. Degenen die afkomstig zijn uit gevestigde protestantse kerken, identificeren zich vooral met de evangelische beweging of met charismatische vernieuwingsbewegingen. Op basis hiervan kunnen we afleiden dat de respondenten, in vergelijking met anderen in hun kerk of gemeente, een bovengemiddelde interesse hebben in het domein en werk van de Heilige Geest. Gezien het onderwerp van dit onderzoek is dat niet verwonderlijk.
Men kon uit verschillende opties kiezen om de betekenis van profetie te duiden. De opties ‘een boodschap van God doorgeven aan een ander, de gemeente of samenleving’ scoorden in die volgorde het hoogst.(2) Een op de drie respondenten meent dat een innerlijke overtuiging om op te komen voor recht en gerechtigheid ook als profetie aangemerkt kan worden.
Persoonlijke ervaringen
Ten aanzien van praktijken van profetie waren we benieuwd naar de wijze waarop men een profetie heeft ontvangen, naar zekerheid en twijfel ten aanzien van de inhoud van een profetie en naar het belang van toetsing. Volgens de meeste respondenten spreekt God door indrukken van woorden en beelden, maar de ervaringen met zelf profeteren lopen sterk uiteen: een derde geeft aan nooit te hebben geprofeteerd, terwijl bijna een kwart dit meer dan een paar keer per jaar heeft gedaan. Bijna iedereen blijkt wel enige mate van twijfel te hebben. Degenen die ervaring hebben met het uitspreken van een profetie, vinden het belangrijk dat er rekening mee wordt gehouden dat een profetie mogelijk niet van God komt. Opmerkelijk is dat zij ook menen dat de ontvanger moet geloven dat God gesproken heeft, maar ook dat het belangrijk is dat de ontvanger toetst of de boodschap wel van God afkomstig is. Het moeten geloven dat God heeft gesproken kan immers toetsing in de weg staan. Een kwart geeft aan dat er nooit een profetie over hem of haar is uitgesproken en de meerderheid heeft dit een enkele keer meegemaakt. Ten aanzien van het toetsen zien we dat bij slechts minder dan de helft (37%) van de gevallen door degene die de profetie uitsprak, gezegd werd dat de profetie getoetst moest worden.
Op de open vraag hoe men kan onderscheiden of een profetie van God komt, is veel gereageerd. Niet alleen wordt duidelijk hoe men over onderscheiding en toetsing denkt, maar ook verschillende opvattingen over de betekenis van profetie komen naar voren. De meesten benadrukken dat een profetie getoetst moet worden aan de Bijbel: ‘De inhoud mag niet strijdig zijn met wat er in de bijbel staat.’ En vaak wordt het criterium van de Bijbel gekoppeld aan de innerlijke leiding van de Geest. Het zijn maar enkele respondenten die aangeven dat dit criterium niet eenvoudig is omdat ‘mensen dezelfde Bijbelteksten op heel verschillende manieren lezen’. Een tweede terugkerend criterium is, dat een profetie ‘bemoedigend, opbouwend en troostend’ moet zijn (gebaseerd op 1 Korintiërs 14:3): ‘Het geeft vrede’, ‘het is liefdevol’, en ‘het sluit vaak aan bij al aanwezige gedachten of wensen, omdat God zijn plannen al vaak in ons hart legt.’ Een paar respondenten benadrukken echter dat een profetie juist niet altijd als ‘fijn’ ervaren hoeft te worden. Zo schrijft iemand: ‘Een profetie is een “eye-opener”. Als het niet uitstijgt boven wat mensen toch al denken of menen, is het geen profetie. Het schuurt, daagt uit tot reactie, hetzij positief dan wel negatief.’ En: ‘Profetie kan zich specifiek uitspreken tegenover de machten die opstaan tegen Gods rijk.’
Onderscheiden wat van God is
Een wat andere betekenis van profetie wordt verwoord door enkelen die stellen dat profetie moet uitkomen.(3) Dit wijst op profetie als een boodschap met een richtinggevende of voorspellende inhoud. Hier wordt met name gerefereerd aan de uitleg van bijbelse profetieën in het licht van de eindtijd. Tenslotte gebruiken een aantal respondenten woorden als ‘moeilijk’ en ‘lastig’ om te onderscheiden of een profetie van God komt. Zo schrijft iemand: ‘Er zijn in de huidige tijd veel nep-profeten. Veel profetieën zijn heel algemeen zoals “God gaat iets moois voor je doen”, dat is niet echt specifiek en kan op iedereen van toepassing zijn.’ Opvallend is dat de kerk als gemeenschap buiten beeld blijft in het onderscheiden wat van God komt. Ook zijn er maar enkelen die hier een taak zien voor ambtsdragers.
De omgeving waar mensen in aanraking komen met profetie, zijn vooral conferenties, gevolgd door kerkdiensten en gebedsgroepen. Zoals verwacht weerspiegelt de open vraag naar de plaats van profetie binnen de kerk of gemeente grote verschillen binnen kerkelijke tradities. Een reactie vanuit de Gereformeerde Gemeente: ‘In onze kerk wordt het ambt van voorganger als profetisch gezien, in de zin van woordverkondiging.’ Vanuit een PKN-gemeente: ‘Profetie zit in de diaconie van de medewerkers die zo sturen naar een betere wereld.’ Een reactie vanuit een Nederlands Gereformeerde Kerk: ‘In onze kerk is er openheid voor het profetisch karakter van preken, en voor profetische woorden bij (ministry)gebed, in pastoraat of onderling contact van gelovigen.’ Uit een evangelische gemeente: ‘Af en toe mag men op zondag tijdens de zangdienst een profetie delen met de gemeente.’ Een pinkstergemeente: ‘In onze kerk wordt profetie toegestaan, als deze getoetst is. Maximaal drie tijdens de dienst, tenzij er bijvoorbeeld een doopdienst is, dan geldt er een maximum van drie (profetieën; MK) voor elke dopeling. Wie meent dan nog een woord van God te hebben, mag dit opschrijven.’
Vermijden van het begrip profetie
Opvallend is dat verschillende respondenten het begrip profetie liever vermijden omdat het in hun kerk verkeerde associaties oproept: ‘We weten dat God door mensen heen spreekt en dat God door de predikant spreekt in de prediking. In mijn kerk wordt dit geen profetie genoemd.’ En: ‘In mijn kerk doe ik wel iets aan profetie, maar ik noem het niet zo om geen problemen te krijgen. Elders in het werk van het koninkrijk doe ik alles wat ik kan en waartoe de Heer mij leidt.’ Vooral PKN-leden zeggen dat het woord profetie binnen hun kerk niet voorkomt. ‘Wel is er een zoeken naar de betekenis van de Bijbel voor ons leven nu. Dat is m.i. de essentie van profetie.’ Een aantal PKN-betrokkenen betreuren het dat er geen aandacht of onderwijs is voor profetie in hun kerk. In gebedsgroepen en in het pastoraat is daar dan wel ruimte voor. Uit de verschillende reacties valt af te leiden dat praktijken van profetie zich regelmatig buiten het gezichtsveld van ambtsdragers afspelen.
Anders dan de open vraag naar onderscheiding van profetieën doet vermoeden, blijkt dat profetie in evangelische en pinksterkerken vaak gereguleerd wordt door oudsten en voorgangers. Als een gemeentelid een profetie wil doorgeven, moet vooral toestemming gevraagd worden van de voorganger of leider van de dienst. Op deze wijze vindt er toetsing vooraf plaats. Of dit in alle gevallen een wenselijk manier van toetsing is, is maar de vraag. Profetieën die kritisch de leiding van de gemeente adresseren, kunnen zo voorkomen worden.
Inhoud en effect
Als onderzoekers waren we erg benieuwd naar de inhoud van profetieën. De uitkomsten laten zien dat profetie met name betrekking heeft op het persoonlijk leven en de relatie tussen God en de gelovige. Politieke of sociale kwesties komen nauwelijks aan de orde. Tenslotte vroegen we naar het effect van de ervaringen met profetie. Wat opvalt, is dat men in het algemeen erg positief is. Ongeveer vier op de vijf respondenten geeft aan dat de ontvangen profetie hen heeft opgebouwd en bemoedigd. De vermaningsfunctie van profetie werd slechts door een op de vijf genoemd. Verder gaf een meerderheid van de respondenten aan dat profetie hen dichter bij God heeft gebracht, hen op het goede spoor heeft gezet, hun het gevoel gaf dat God rechtstreeks tot hen sprak, dat God hen zag en van hen houdt, en dat hun leven erdoor veranderd is. Tweederde van de respondenten geeft aan dat men de profetie daadwerkelijk heeft getoetst. Gezien eerdere antwoorden vermoeden we dat dit betekent dat men de inhoud van de boodschap herkent als ‘bijbels’ dan wel als ‘bemoedigend, vertroostend of opbouwend’. Een kleine groep heeft negatieve ervaringen met profetie gehad. Een op de tien kon de profetie niet duiden en had de indruk dat de profetie niet van God kwam, maar bedacht was door degene die sprak.
Volgens de enquête is men over het algemeen dus erg positief over profetie. Het is goed om hier nogmaals te benoemen dat het hier respondenten betreft die bovengemiddeld geïnteresseerd zijn in het thema. Maar of dat juist door positieve ervaringen komt, is geen uitspraak over te doen.
Machtsmiddel
Als afsluiting van de enquête was er gelegenheid voor aanvullende opmerkingen over profetie. In de reacties worden de positieve effecten van profetie enigszins gerelativeerd. Verschillende verhalen van teleurstelling en manipulatie zijn hier gedeeld. Herhaaldelijk wordt genoemd dat leiders profetie als machtsmiddel kunnen gebruiken. En er worden vragen gesteld over valse profeten: hoe kunnen die herkend en ontmaskerd worden? Gewezen wordt op het feit dat sommige mensen houvast zoeken door profetie en met name kwetsbare mensen beschadigd kunnen worden. Genoemde voorbeelden gaan over profetieën waarin genezing is uitgesproken, terwijl de betrokkene enige tijd later overlijdt. En dat er achteraf geen gesprek mogelijk is over de niet uitgekomen profetie. Of het verhaal van een kinderloos echtpaar dat verzucht dat als alle profetieën over hen waren uitgekomen, zij ‘een flatgebouw met kinderen konden vullen’. Zoals iemand samenvat: ‘Veel profetieën zijn goedbedoelde wensen van mensen.’
De mogelijke relatie tussen profetie en psychologie wordt ook genoemd: ‘Profetie wordt vooral ingezet als pastorale bemoediging, psychologische projectie en wishful thinking.’ Verschillende respondenten menen dan ook dat niet elk beeld of indruk een profetie genoemd moet worden. ‘Label “God houdt van je” niet als profetie maar onderken je eigen interpretatie en de beïnvloeding door je eigen verlangens.’ En: ‘Vertrouw erop dat als God wil spreken, Hij dat zal doen. Goede gedachten hoeven niet per se een profetie te zijn van God, maar ondanks dat kunnen goede woorden toch bemoedigend werken.’
Een aantal uitkomsten van het onderzoek weerspiegelen wat we in cursussen over profetie en gebedspraktijken tegenkomen. We beperken ons tot degenen die ervaring hebben met profetie als het doorgeven van woorden namens God aan een ander. Met name uit de reacties op de open vragen komt naar voren dat gelovigen zich moeten oefenen in het leren verstaan van Gods stem.(4)[De gave van profetie is voor allen die daarnaar verlangen. God wil zich graag bekend maken door woorden, beelden en indrukken. De mogelijkheid dat God deze gave soms of misschien tijdelijk geeft, zijn we niet tegengekomen.
Evaluatie
Het onderzoek naar profetie biedt een boeiende inkijk in praktijken en ervaringen van gelovigen in de breedte van kerken van Nederland. Belangrijk om te noemen is dat het niet een representatief onderzoek betreft en dat niet alle uitkomsten van het onderzoek zijn besproken.
Dat profetie vooral als een positieve ervaring wordt geduid, is niet verassend als men het criterium voor toetsing ‘bemoedigend, troostend en opbouwend’ hanteert. Het voorkomt pastorale ongelukken, manipulatie en misbruik van profetie.(5)[Mensen voelen zich bevestigd dat God hen ziet, liefheeft en dat zij bij Hem horen. En de ervaring dat God hen wil gebruiken om anderen te zegenen en te bemoedigen, versterkt de eigenwaarde en het zelfbeeld van de gelovige. Maar het is de vraag of profetie op deze manier niet erg eenzijdig en therapeutisch wordt ingevuld. Opvallend is dat profetie als vermaning weinig genoemd wordt, terwijl de oudere vertaling van 1 Korintiërs 14:3 (NBG51) de drieslag ‘stichtend, vermanend en bemoedigend’ luidt.
Rol van de kerk/geloofsgemeenschap
Als sociale praktijk reguleert en structureert profetie als voorbede en het zoeken naar het spreken van God voor elkaar de interactie tussen gelovigen. Het samen bidden en elkaars noden voor het aangezicht van God brengen is een waardevolle en betekenisvolle praktijk. Er is gerichte aandacht voor elkaar en men is betrokken bij elkaars leven. Het luisteren naar Gods stem voor elkaar heeft echter een sterk subjectief karakter. Hier ligt een fundamenteel verschil met het leren luisteren naar de stem van God met behulp van Lectio Divina. Daar kan de tekst van de Bijbel als kritische tegenstem functioneren, maar in de praktijk van het luisteren naar de stem van God voor elkaar is de Bijbel het toetsinstrument dat gebruikt wordt om bepaalde interpretaties uit te sluiten. Wat wel of niet als Bijbels verstaan wordt, hangt dan weer sterk af van de interpretatiehorizon van de betrokkene.
Deze subjectieve maar tegelijk positief ervaren praktijk stelt vragen naar de aard van de relaties binnen een geloofsgemeenschap. Op welke wijze wordt het geloofsgesprek gevoerd? Is er ruimte en tijd om elkaar te ontmoeten, te bemoedigen en daadwerkelijk om te zien naar elkaar? Is de kerk een warme en betrokken gemeenschap? Of zou het zo kunnen zijn dat als een goede onderlinge sociale structuur ontbreekt, praktijken van profetie deze leemte opvullen? In de enquête wordt weinig gezegd over profetie en de gemeenschap. Dat heeft deels te maken met de vraagstellig, maar ook met het feit dat profetie vooral buiten de kerk geleerd worden (zoals op conferenties) en vooral gepraktiseerd wordt in kleinere groepen zoals gebedsgroepen, kringen en in het pastoraat. Het is de vraag of profetie in kleine groepen verwijst naar de behoefte aan gemeenschap binnen de kerk, aan een plek voor gebed, voor voorbede en een veilige ruimte waar het geloofsgesprek gevoerd kan worden. We zien hier een zekere spanning tussen ervaringen en praktijken die mensen opdoen binnen verschillende vernieuwingsbewegingen en de gevestigde kerken waar ze deel vanuit maken. Hier zou meer onderzoek voor nodig zijn.
Terughoudendheid
De meer psychologische en therapeutische invulling van profetie pleit dan voor een zekere terughoudendheid voor het onderling delen van woorden en indrukken met een beroep op het spreken van God. Enerzijds is het waardevol dat in deze praktijken het geloof verbonden wordt met het alledaagse leven. Anderzijds wordt de omgang met God bijna op exclusieve wijze gerelateerd aan het bijzondere: een persoonlijke openbaring van God, doorgegeven door een ander. De nadruk op het ‘bijzondere’ heeft als risico dat Gods betrokkenheid en aanwezigheid in het gewone leven naar de achtergrond verdwijnt. Denk aan woorden die ‘zomaar’ in een goed gesprek ‘een doel raken’, iets teweegbrengen en zaken aan het licht brengen, die als het spreken van God opgemerkt kan worden. Dat vraagt om een openheid naar de cultuur, een opmerkzaamheid voor God in het gewone leven en leven vanuit de verwachting dat God mensen wil inschakelen door de gaven die Hij aan hen toevertrouwd. Maar ook om een kerk waar ruimte is voor de bevrijdende boodschap van het Woord en een open verwachting voor de Geest die gaven geeft ter opbouw van de gemeenschap.(6)[6]
Een andere reden waarom enige mate van terughoudendheid wijs zou zijn in de meer psychologische en therapeutische invulling van profetie, is dat het snel misbruikt kan worden. Achter de negatieve ervaringen die gedeeld zijn, gaat veelal een kwetsbaarheid schuil. Zeker wanneer er een machtsafstand is, kan profetie een middel zijn om van deze kwetsbaarheid misbruik te maken. Voor mensen in een machtspositie is het dus al helemaal verstandig om terughoudend te zijn in een beroep doen op het spreken van God. Daarnaast valt te verwachten dat juist mensen in een kwetsbare positie op zoek zijn naar bemoediging en minder snel een profetie zullen (durven) toetsen. En ook al kan profetie dus vele positieve gevolgen brengen, het kan ook leiden tot veel schade. Al in de tijd van de Bijbel was een belangrijke vraag hoe de echte van de valse profetieën gescheiden kunnen worden. Zolang we daar het antwoord nog niet op hebben, is wijsheid en terughoudendheid geboden.
Miranda Klaver is hoogleraar Antropologie van Religie met speciale aandacht voor charismatisch christendom aan de Faculteit Religie en Theologie van de Vrije Universiteit. Deze leerstoel wordt deels ondersteund de Charismatische Werkgemeenschap in Nederland CWN. Zij is hoofdredacteur van Inspirare. E-Mail: m.klaver@vu.nl
Hans van Dijk is Universitair Docent aan het departement Organisatiewetenschappen van de Universiteit van Tilburg. Zijn onderzoek focust hoofdzakelijk op vraagstukken omtrent diversiteit en inclusie. In het verleden heeft hij workshops gegeven over seksualiteit aan christelijke jongeren en studenten. E-mail: j.vandijk1@tilburguniversity.edu
[1] (1.) Meer mensen hebben de enquête gedeeltelijk ingevuld maar deze zijn niet in het onderzoek meegenomen. [2] (2.) Andere opties waren: het voorlezen van een bijbeltekst door een voorganger of dominee; een taak van de kerk om op te komen voor gerechtigheid in de samenleving; het proclameren van bijbelteksten; anders. De respondenten konden meerdere opties aanvinken. [3] (3.) We vermoeden dat de tekst uit Deuteronomium 18: 21-22 als bijbelse basis gebruikt wordt. [4] (4.) In het materiaal van New Wine wordt benadrukt dat het niet om een stappenplan gaat maar om het leven in nauwe verbondenheid met God (pag. 74). [5] (5.) De negatieve ervaringen met leiders en gezagsdragers wijzen op risicovolle criteria als richtinggevend voor profetie. [6] (6.) De vraag naar de verhouding tussen God in het bijzondere en in het gewone leven is al eerder in Inspirare aan de orde geweest, zie Ilonka Terlouw ‘God in het gewone’, Inspirare 3, (2018), 50-61.
Comments