De magie van het geloof
- Sake Stoppels
- 27 jun
- 4 minuten om te lezen
De magie van het geloof. Theologie over bezieling en betovering.
Kees van Ekris, KokBoekencentrum Utrecht 2025, 286 blz., ⬠26,99
Ā
Gisten, donderen, zinderen, rondzoemen, pulseren, kolken, huiveren, gonzen⦠Woorden die ik aantrof in het prachtige boek van Kees van Ekris over zijn ontmoetingen met zeer uiteenlopende mensen in zijn jaar als Theoloog des Vaderlands. Ze laten de intensiteit en de passie zien waarmee hij zijn gesprekspartners ontmoette. De uitgever heeft mogelijk gedacht dat zoān passievol boek een stevige uitvoering nodig heeft. Het leidde in ieder geval tot een fraai uitgegeven boek met een harde kaft en dik papier.
Van Ekris heeft breed en diepgaand rondgekeken in onze samenleving, voorbij aan wat voor ogen is. Hij stond onder meer op de Bunnikside van FC Utrecht, hij begaf zich in de bancaire wereld van het grote geld, kwam in de Tweede Kamer, het theater en de Bijlmer, hoorde goede woorden over AI, zag op Schiphol hoe de uitzetting van afgewezen asielzoekers gaat en was getuige van de liefdevolle zorg in een psychiatrische kliniek. De gesprekken die hij voerde, gingen diep en waren voor hem ook echte luisteroefeningen: wat hoor en zie ik als ik voorbij durf te komen aan mijn eigen vooronderstellingen en voorkeuren? Hij ziet zijn rondgang als een vorm van publieke theologie: ānet zo lang en volhardend luisteren, kijken en voelen, reflecteren en overleggen, tot je iets heiligs op het spoor komt, in mensen en in situaties.ā (235)
Veel van de plekken waar hij kwam, zijn concentratiepunten van mythische verhalen. Dat zijn verhalen die bewust of onbewust (vaak dit laatste!) sturing geven aan ons denken en handelen. We moeten daarbij denken aan terreinen als technologie, ideologie, commercie, groeidenken, seksualiteit en mensbeelden. De mythe neemt een centrale plek in in het boek. Van Ekris neemt daarbij de omschrijving van Martin Shaw over: een mythe is āeen heilige vertelling waar je je leven omheen kunt organiserenā (136). We hebben dergelijke vertellingen nodig, omdat mensen en culturen een āmyth-shaped holeā hebben. Mythes hebben veranderkracht, ze kunnen ten goede bezielen, maar ook ten kwade betoveren. We zijn nooit zonder mythes, ook als we denken dat dat wel zo is.
De vraag of theologie in de publieke ruimte kan helpen om duistere mythes te ontmythologiseren is een centrale vraag in het boek. In het spoor van C.S. Lewis kan Van Ekris het evangelie ook een mythe noemen, maar dan wel eentje die teruggaat op feiten: āThe heart of christianity is a myth, which also is a factā (182). Het is een mythe met een postcode, een topografie, aanwijsbare plekken en gebeurtenissen. Aan het einde van het boek ā na de interviewhoofdstukken en een intermezzo over de mythe ā denkt hij vanuit het Marcusevangelie na over de magie, de veranderkracht van het geloof. Altijd worden we omgeven door veranderkrachten, maar vaak hebben we ze niet in de gaten. Kan het evangelie dan helpen om tot een metamorfose van ons leven te komen? Je laten raken door Jezus Christus heeft een ontmythologiserende werking: je gaat de vaak verborgen en onderhuidse betoveringen in en van onze samenleving doorzien. Van Ekris blijft daarbij ver weg van de antithese: āGelovigen doen er beter aan het evangelie niet als een concurrerende mythe op te tuigen, en een meestal grimmige en corrumperende ābattle of mythologiesā aan te gaan. Vanuit de teksten lijkt het me beter om je te oefenen in het zien en het zingen. Zien waar mens-zijn op het spel staat, de machten doorzien die dat stukmaken, en dus alert zijn. En zingen, een ander, Heilig Lied zingen, bezield worden door een andere schoonheid, niet gegijzeld worden door de hypnotiserende ogen van de slang. Zou dat de mythische betovering kunnen doorbreken?ā (267)
Het boek van Van Ekris wil mede een uitnodiging zijn om zelf in de gemeente dit soort gesprekken aan te gaan. Ook in de kerk kunnen we gemakkelijk betoverd raken door moderne mythes. Gelovigen kunnen worden meegezogen door sferische machten die haaks staan op het evangelie van Jezus Christus. Daarin is een enorme uitdaging gelegen voor kerken: hoe kan de mythische gloed van het evangelie, die tegelijk ontmythologiseert, ons helpen ons leven vorm en inhoud te geven? Instemmend haalt hij Willem Barnard aan, die spreekt van atonale theologie: āmuziek die zowel ontregelt, als dat ze je een andere melodie aanleert.ā (146) Het loont de moeite om binnen de kerken daarvoor (meer) materiaal te ontwikkelen, want het gaat hier om fundamentele oriĆ«ntaties.
Over ƩƩn punt zou ik graag nog eens met Van Ekris door willen praten. Hij heeft een heel brede opvatting over wat (publieke) theologie is. We zagen dat hierboven al. Hij kan spreken van theologische passie bij seculiere mensen (250), schrijven dat een mythe een vorm van theologie is (137) en dat (elk?) denken over de natuur van de mens theologie is (73). Overspeelt Van Ekris hier niet zijn theologische hand? Het deed me wat denken aan het concept āanonieme christenenā van de Duitse, rooms-katholieke theoloog Karl Rahner van alweer lang geleden. Hoe breed mag je theologie oprekken? Mag je het seculiere denken over zingeving typeren als theologie?
Per 1 juli 2025 is Kees van Ekris scriba van de Protestantse Kerk in Nederland. Ik ben daar heel blij mee en hoop en bid dat hij de kerk kan meenemen in de gedrevenheid van dit boek. Vanuit de magie van het christelijk geloof is er een wereld te winnen.
Ā
Sake Stoppels, emeritus lector theologie Christelijke Hogeschool Ede (CHE)
Ā
Ā
Comments