Recensie: Emerging Theologies from the Global South
- Redactie Inspirare
- 26 aug 2024
- 4 minuten om te lezen
Emerging Theologies from the Global South
Mitri Raheb & Mark A. Lamport (eds.), Cascade Books Eugene, OR, 2023, xvii + 525 blz., $ 59,00
Het zwaartepunt van het hedendaags christendom is, op zijn minst getalsmatig, verschoven naar het āzuidelijk halfrondā. Ik schrijf dat tussen aanhalingstekens, omdat het hier een eufemisme is voor de niet-westerse wereld. In 1910 bevond 81% van de christenen zich in Europa en Noord-Amerika, tegen 16% in Latijns-Amerika en Afrika. In 2020 was het eerste percentage gedaald naar 38%, het tweede gestegen naar 46%. Bovendien woont 15% van de christenen nu in AziĆ«. Van deze verschuiving zijn wij ons in de theologie vaak nog te weinig bewust: wij lezen vooral westerse theologie en bedrijven theologie alsof er buiten Europa en Noord-Amerika (en voor liefhebbers van bevrijdingstheologie: Zuid-Amerika) weinig belangwekkends gebeurt.
Beide redacteuren van dit overzichtswerk kunnen gelden als experts; zij gaven onder meer samen reeds een Encyclopedia of Christianity in the Global South uit en komen nu met een stevig overzichtswerk. Zij hebben zich bij hun redactiewerk laten bijstaan door een breed samengestelde adviesraad. Na een tweetal inleidende essays volgt een sectie waarin de belangrijkste paradigmaās worden besproken: postkoloniale theologie, interculturele theologie, migratietheologie, pentecostale theologie en diaspora-missietheologie. Daarop volgen secties over theologie in Latijns-Amerika, AziĆ«, Afrika, OceaniĆ« en Noord-Amerika. Dat laatste is verrassend: het gaat hier om alternatieve, vanuit het zuidelijk halfrond beĆÆnvloede, vormen van theologie. Waarom wel Noord-Amerika en niet Europa, vraag je je dan onwillekeurig toch af. Tenslotte volgen nog enkele essays waarin op het voorgaande wordt gereflecteerd. In veel opzichten (religieuze affiliatie, huidskleur, man/vrouw) zijn de auteursprofielen zeer gevarieerd. In ƩƩn opzicht is dat minder het geval: de overgrote meerderheid van de auteurs heeft aan westerse universiteiten gestudeerd, en velen zijn aan westerse universiteiten verbonden.
Dit overzichtswerk is geen bloemlezing met belangrijke theologische bijdragen van theologen van het zuidelijk halfrond; het bevat vooral speciaal voor dit boek geschreven overzichten en daarnaast enkele inleidingen tot en reflecties over deze overzichten. De sectie over Aziƫ geeft een goede indruk van wat dit boek biedt: Indian theologies, Filipino theology, Chinese theologies, Sri Lankan theology, Korean theologies, Palestinian contextual theology en Middle Eastern theologies.
Slechts weinigen zullen dit boek van begin tot eind lezen, en ik heb dat ook niet gedaan. Ik begon met het opzoeken van enkele āoude bekendenā: theologen van wie ik veel gelezen heb en over wie ik heb gepubliceerd, zoals Kazoh Kitamori en Kosuke Koyama, en een theoloog die indruk op mij maakte toen ik tijdens een studieweekend een serie lezingen van hem hoorde, Kwame Bediako. Dit resulteerde in een teleurstelling: geen van de drie komt in het register van dit boek voor! Dat bleek deels aan het zeer matige register te liggen. Koyama wordt toch drie keer genoemd (blz. 9, 60 en 465), hoewel hij maar heel kort wordt besproken. Kitamori en Bediako, beiden toch niet onbeduidend, ontbreken geheel. Vervolgens zocht ik Amos Yong op; die wordt kort besproken (446).
Na mijn zoektocht naar oude bekenden las ik de inleidingen. De tweede zin van het eerste hoofdstuk begint als volgt: āIt was in Palestine that Jesus lived (7).ā Ik weet dat Raheb een bekende Palestijnse theoloog is, maar zijn pogingen om van Jezus een Palestijn te maken zijn wel heel opzichtig. Jezus werd geboren in Judea, niet in Palestina. Hij werd geboren als Jood. Hiermee wil ik uiteraard niet de lijn ontkennen die loopt van deze Jood naar het huidige Palestijnse christendom. Het geciteerde zinnetje is karakteristiek voor de antithetische houding die ik in veel hoofdstukken aantrof, met als uitschieter de uitspraak āall white Christianity is satanicā (40). Natuurlijk heeft het westerse christendom boter op zijn hoofd ā iets wat dit boek duidelijk laat zien ā maar toch helpen dergelijke uitspraken niet verder. Waar ik had verwacht bemoedigd te worden door geestrijke vormen van christendom buiten het geseculariseerde Westen, werd ik vooral verdrietig over het zich afzetten tegen het Westen, waarmee deze emancipatie van de eigen westerse academische achtergrond gepaard gaat.
De pinksterbeweging is de sterkst groeiende beweging binnen het christendom op het zuidelijk halfrond. In Afrika is sprake van een āmeteoric riseā en voor Latijns-Amerika geldt: āliberation theology chose the poor, but the poor chose Pentecostalismā (303). Toch geeft deze bundel meer aandacht aan bevrijdingstheologie. Enerzijds heeft dat te maken met de matige inbedding van het pentecostalisme in de (academische) theologie. Connie Au verwoordt dit treffend: āIs there such a thing as Pentecostal theology in the Global South (GS)? Most Pentecostals in that region are more concerned about praxis: how to lead worship and practice spiritual gifts; how to receive Godā blessings according to the āprosperity gospel.ā They focus more on theo-praxis (practices relating to God) than theology (understandings relating God). If St. Anselm defines theology as āfaith seeking understanding,ā then for most Pentecostals, faith is about seeking doing. If there are any theologies in GS Pentecostalism, most of them are borrowed from western Pentecostalism and are translated into local languagesā (79). Anderzijds is ook duidelijk dat de auteursgroep van deze bundel, die sterk verbonden is met de academische theologie, meer heeft met bevrijdingstheologie. In hun ogen vervangen evangelische en charismatische theologieĆ«n de rationele analyses van de bevrijdingstheologie door een beroep op het werk van boze geesten en demonen (303). De vraag wat de aantrekkingskracht van deze bewegingen onder gewone gelovigen verklaart, komt niet aan de orde.
Dit boek bevat veel informatie die je zo elders niet vindt. De niet-westerse theologie die het brengt, is nog met duizend draden verbonden aan de westerse theologie waarvan deze theologen in zulke scherpe bewoordingen afscheid nemen. Ik durf de voorspelling wel aan dat een volgende generatie, wanneer zij verder los is gekomen van de westerse theologie, daar veel genuanceerder over zal oordelen.
Ā
Marcel Sarot, hoogleraar fundamentele theologie aan de Tilburg School of Catholic Theology
Comments