Gereformeerde getijden. Over vroegmoderne vernieuwing van het spirituele levensritme.
Herman. A. Speelman en Daniël Timmerman, Summum Academic Publications Kampen 2023, 224 blz., € 39,99
Groeiende interesse onder protestanten voor kloosterspiritualiteit en getijden is voor de auteurs een belangrijke aanleiding om na te gaan hoe er in de gereformeerde Reformatie werkelijk werd gedacht over getijden. Gereformeerden en getijden lijkt vanuit historisch perspectief een botsende combinatie. Vanuit de zestiende-eeuwse Reformaties klinkt er forse kritiek op het kloosterleven en de gebedspraktijk in de middeleeuwen. Reformatoren laten geen ruimte voor een wereld waarin geestelijken volgens een vastgesteld ritme voortdurend bidden voor het heil van de leken. Toch betogen Speelman en Timmerman – samen met Jaco van der Knijff die als liturgiewetenschapper het zesde hoofdstuk voor zijn rekening nam – dat er zeker gesproken kan worden over gereformeerde getijden. De auteurs vragen zich af waar de kern van het bezwaar van de gereformeerde hervormers zit en of er naast kritiek ook sprake is van een vernieuwing van het getijdengebed. Het hart van de studie wordt gevormd door drie casestudies naar het getijdengebed in Zürich, Genève en de Nederlanden in de zestiende en zeventiende eeuw.
In het eerste hoofdstuk plaatsen de auteurs de praktijk van het getijdengebed tegen de achtergrond van de vroege kerk en de middeleeuwen. Ze leunen daarbij sterk op (deels oudere) secundaire literatuur uit de liturgiewetenschap. De voor het onderzoek zeker relevante beweging van de Moderne Devotie komt slechts zijdelings ter sprake in deze inleiding. Het tweede hoofdstuk beschrijft kort de kritiek op en de transformatie van het getijdengebed in Wittenberg, Straatsburg, Rome en Canterbury. Het is verhelderend dat de auteurs hiermee laten zien dat de casusstudies naar gereformeerde getijden in Zürich (hoofdstuk 3), Genève (hoofdstuk 4) en sporen van deze getijden in de Nederlandse gereformeerde traditie tot circa 1625 (hoofdstuk 6) zijn ingebed in een brede vernieuwingsbeweging die de confessionele grenzen overstijgt en niet beperkt is tot het protestantisme.
De auteurs concluderen uiteindelijk dat de kritiek van de gereformeerde Reformatie op het getijdengebed vooral gericht is op een praktijk van een uiterlijk ritueel zonder inhoud. Volgens de waarneming van de Reformatie baden geestelijken vaak zonder enig begrip de (Latijnse) woorden. De protestantse reformatoren wezen het getijdengebed op zichzelf niet af. Ze kwamen met een vernieuwing daarvan, namelijk een dienst van Woord en gebed. De psalm zingende gemeente van Genève die het gehele psalmboek doorzong in de vele diensten op diverse momenten in de week maakt de wens naar gestructureerde gezamenlijke gebedssamenkomsten zichtbaar. Ook kwam er sterke nadruk te liggen op de huisgodsdienst. Gezinnen werden aangespoord tot gezamenlijk gebed en bijbellezen. Kritiek op gezamenlijke gebedssamenkomsten van kerkelijke vergaderingen komt, zo betogen de auteurs, voort uit de zorg dat de preekdiensten en gezinsdevotie eronder zouden kunnen lijden. De auteurs weten mij als lezer mee te nemen en soms helpt een luchtig gepresenteerd feitje, zoals de door Calvijn ingerichte ‘christelijke eetcafés’ (123), daarbij. De achter in het boek opgenomen bronteksten van Zwingli, Bullinger en Viret zijn een waardevolle toevoeging.
Tijdens het lezen werd ik een paar keer gestoord door onzorgvuldigheden. Ook is de betoogtrant in het boek niet altijd even strak. Zo gaan we in het vijfde hoofdstuk weer terug naar de oude kerk en de middeleeuwen.
In een paar pennenstreken wordt in hoofdstuk 7 de betekenis van de studie voor het heden en met name de oecumene neergezet. Wat mij betreft maakt dit de studie extra waardevol voor de lezer vandaag. De auteurs geven aan dat het getijdengebed bijdraagt aan een geestelijke verbondenheid met medegelovigen. De kritiek van de Reformatie op gedachteloos bidden is nog steeds relevant. Maar deze slaat niet zondermeer op de (huidige) praktijk van het getijdengebed. De getijdentraditie waarin gezamenlijk wordt gebeden, heeft een sterk vormende kracht in deze seculiere wereld. Naast een historische analyse krijgt de lezer met dit boek inspiratie om te volharden in het gezamenlijk gebed.
Pieter Veerman, universitair docent praktische theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn en de Vrije Universiteit Amsterdam
Comments