Romeinse kruisiging
- Marco Wittenberg
- 5 jun
- 2 minuten om te lezen
Romeinse kruisiging
Ruben van Wingerden, Walburgpers Zutphen 2024, 216 blz., ⬠24,99
Ā
Ruben van Wingerden is docent Nieuwe Testament aan de Universiteit van Tilburg. In 2023 is hij gepromoveerd op een proefschrift over interpretaties van kruisdragen in het vroege christendom. Romeinse kruisigingĀ is een handzaam boekje waarin Van Wingerden in zoān 200 paginaās stilstaat bij een gruwelijke manier van executie.
Ā
Het boek is een goed opgezette historische studie waarbij Van Wingerden na de inleiding stilstaat bij etymologie, wie er werden gekruisigd en archeologische vondsten (H.2-4). Hij is uitgebreid en grondig in zijn beschrijvingen, zonder dat het daarmee langdradig wordt. De historische uiteenzetting geeft een goed beeld van de kruisigingspraktijken in het Midden-Oosten vanaf grofweg de 5e eeuw v.Chr., waarbij spietsen, ophangen en kruisiging (ante mortem en post mortem) voorbijkomen. Door de korte en bondige schrijfstijl lees je vrij makkelijk door, waardoor er enige distantie ontstaat tot datgene wat er nu werkelijk wordt beschreven: een verschrikkelijke manier van martelen en ter dood brengen. Ongekend wat mensen elkaar konden ā en kunnen ā aandoen. In zijn nawoord (203-204) raakt Van Wingerden dit even aan en eindigt met de verwondering over het feit dat Joodse volgelingen de gekruisigde Jezus eren als Zoon van God en Messias. Gezien het onderwerp van het boek snap ik dat dit zo beknopt is, maar hier had wat meer reflectie niet misstaan.
Het meest uitgebreid staat Van Wingerden stil bij kruisiging in het NT (H.7, 40 paginaās), waarbij hij (erg) kort teksten over kruis en kruisiging beschrijft. Hij beperkt zich tot een oppervlakkige lezing van teksten bij Paulus, de Ā evangeliĆ«n, Handelingen, HebreeĆ«n, 1 Petrus en Openbaring. Hierbij gaat hij niet in gesprek met andere bijbelwetenschappers om mogelijke alternatieve interpretaties de revue te laten passeren, wat het geheel een wat eenzijdige benadering geeft. Interessant is dat Van Wingerden het kruisdragen, je kruis opnemen, in Marcus en Matteüs letterlijk interpreteert richting martelaarschap (160-162, 164-165) en het in Lucas figuurlijk interpreteert in de zin van navolging, discipelschap (174), zonder hier verdere conclusies aan te verbinden. Zijn theologische duiding aan het slot van de bespreking van het evangelie van Johannes (183, āWaar bij de andere evangelisten sprake is van redding of verzoening ondanksĀ het kruis, is dat bij Johannes het geval dankzijĀ het kruisā) komt voor mij enigszins uit de lucht vallen. Wat meer uitleg had hier niet misstaan.
Van Wingerden schrijft toegankelijk, beknopt en met korte, inhoudelijke zinnen. Het is toegankelijk voor een niet-theologisch geschoolde lezer en geeft daarmee een makkelijk leesbaar overzicht over kruisiging (hierbij moet je wel de Griekse en Latijnse teksten in de voetnoten voor lief nemen). Voor de theologisch geschoolde lezer voelt het redelijk vaak aan als wat ākort door de bochtā en versmald uitgelegd. Hier en daar had het best uitgebreider gemogen, al dan niet ondersteunt met voetnoten. Het boek leest niet als een haastklus, maar laat bij tijd en wijle nog wel een wat onbevredigend gevoel achter.
Ā
Marco Wittenberg, predikant Baptisten-Noord Alphen a/d Rijn en gastdocent Baptistenseminarium
Ā
Comments