top of page

Rooms-katholieken en 50 jaar CWN

Kees Slijkerman

Bij de 50e verjaardag van de Charismatische Werkgemeenschap Nederland (CWN) wil ik vanuit de katholieke charismatische vernieuwing de CWN van harte feliciteren en mee-reflecteren op wat er in die 50 jaar gebeurd is, met name in de relatie tussen de CWN en de charismatische vernieuwing binnen de Rooms-Katholieke Kerk.

 

De CWN ken ik vanaf de eerste conventie in 1976, die toen in Leusden bij Amersfoort plaatsvond. Als medewerker en lid van de Landelijke Pastorale Kerngroep van de Katholieke Charismatische Vernieuwing heb ik vanaf 1985 geregeld contact gehad met leidinggevenden van de CWN. Ik heb Wim Verhoef vaak ontmoet en veel met hem samengewerkt, ook toen ik in het leerstoelbestuur van de Leerstoel theologie van de charismatische vernieuwing aan de VU terechtkwam. Ik heb niet weinig aan de CWN te danken.

 

Het eilandgevoel van Van der Kooi

In november 2024 was ik bij de viering van 50 jaar Stichting CWN. Uit de verschillende bijdragen bleek hoe zegenrijk de jaarlijkse CWN-conventies al die jaren door zijn geweest voor een belangrijk deel van christelijk Nederland, met name voor protestanten en predikanten en meerdere generaties jongeren.

 

Er klonk ook kritiek, gemopper. Zo hoorde ik emeritus-hoogleraar Kees van der Kooi zeggen: ‘De rooms-katholieken gingen apart verder onder het gezag van de bisschoppen.’ De ondertoon was niet vrolijk, meer van: ‘waarom nou?’ Alsof we rooms-katholiek kunnen zijn zonder onze bisschoppen en ze voor die tijd geen gezag over ons hadden. Het is wel zo dat we in 1976 een eigen stichting hebben opgericht om het op gang gekomen proces van charismatische vernieuwing in onze kerk te ondersteunen. Van der Kooi vergeleek de CWN en later ontstane vergelijkbare organisaties op het gebied van charismatische vernieuwing met een archipel van eilanden die niet goed doorhebben hoe ze onder water verbonden zijn (zie https://www.tijdschriftinspirare.nl/post/kom-schepper-geest-vijftig-jaar-cwn). Weerspiegelt dit beeld niet vooral iets van zijn eigen eilandgevoel en het gereformeerde zelf-verstaan van de CWN?

 

Onderdeel van dat zelf-verstaan is dat alle kerkelijke stromingen terechtkunnen op het eiland CWN. Een werkeiland en oefeneiland waarop alles bespreekbaar is. Dat alles bespreekbaar is en uit zeer uiteenlopende hoeken sprekers worden gevraagd, past daarbij. Een groot accent krijgt dan wel dat iedereen geacht wordt overal een eigen mening over te hebben, en op grond daarvan keuzes te maken. Veel uitspraken beginnen dan met ‘Ik vind…’(*) We kunnen er als rooms-katholieken nog wat van leren, maar voelen ons meer thuis bij wat we als kerk gezamenlijk hebben gevonden en niet kwijt willen raken. Bisschoppen hebben daarbij een belangrijke rol.

 

Vernieuwing of autonome werkgemeenschap

Historisch is erg interessant dat de CWN is opgericht naar het voorbeeld van het Engelse Fountain trust, een organisatie onder leiding van Michael Harper, die in de Anglicaanse Kerk in Engeland de charismatische vernieuwing mee op gang bracht in de jaren zeventig. Maar er is een groot verschil: toen de thematiek van de charismatische vernieuwing door de Anglicaanse Kerk zelf werd opgepikt, heeft Fountain trust zichzelf al spoedig opgeheven. De CWN koos er echter voor een autonome werkgemeenschap te zijn en te blijven. Op het werkeiland konden dingen die op het vasteland van de grote Kerk nog niet konden.

 

De rooms-katholieken die in diezelfde jaren zeventig de genade van de doop in de Geest en van eeuwenlang verwaarloosde charisma’s gingen ervaren, wilden dit als een stroming van vernieuwing verbreiden in heel de Rooms-Katholieke Kerk. Op 14 april 1976 hebben we daartoe de Stichting Bouwen aan de Nieuwe Aarde opgericht, die in 2001 haar naam veranderde in Stichting Katholieke Charismatische Vernieuwing (Stichting KCV). We vormden geen werkgemeenschap, maar wilden een vernieuwing door de Geest zijn. En we zochten ook wegen naar nieuwe evangelisatie.

 

Evangelisatie en oecumene

In Europees oecumenisch verband werd evangelisatie een speerpunt: mede om te proberen in de laatste tien jaar van de twintigste eeuw de hele wereld te hebben bereikt met het evangelie. Op een oecumenische studiedag daarover betoogde Wim Verhoef als voorzitter van de CWN zijn keuze voor evangelisatie door aantrekkingskracht te hebben in plaats van evangelisatie door erop uit te gaan. De aantrekkingskracht van de CWN-conventies passen bij die keuze.

 

Op een vruchtbare manier eropuit gaan en mensen tot leerlingen van Jezus maken is een veel moeilijkere weg. Toerusting daarvoor hebben nogal wat jonge katholieken gevonden bij met name Jeugd met een Opdracht. Mede door die toerusting is er katholiek charismatisch tiener- en jongerenwerk ontstaan in de periode dat onze kerk vrijwel geen tienerwerk meer wist te realiseren. In 2025 viert de Stichting KCV 30 jaar tienerkamp 4U!.

 

Op verschillende manieren heeft de charismatische vernieuwing ingang gevonden in onze kerk. Onze tienerwerkers werden in meerdere bisdommen in dienst genomen. Ook de huidige beleidsadviseur jongeren en catechese van de Bisschoppenconferentie is zeer vertrouwd met charismatische vernieuwing. De charismatische vernieuwing onder rooms-katholieken heeft ook bijgedragen aan de introductie van de Alphacursus in katholieke parochies in Nederland en aan het project Missionaire Parochie.

 

Geen gestructureerd contact CWN-KCV meer

Tot de CWN eind vorige eeuw nieuwe statuten en een huishoudelijk reglement kreeg, waarin geregeld wordt hoe je lid van het bestuur wordt en voor hoelang en waarom, was er in het CWN-bestuur altijd een rooms-katholiek bestuurslid. Sindsdien was de enige gestructureerde verbinding met de Stichting KCV nog via de rooms-katholieke leden van het leerstoelbestuur en het curatorium van de leerstoel Theologie van de charismatische vernieuwing aan de VU.

 

Na de benoeming van Miranda Klaver op de CWN-VU-Onderzoeksplaats aan de VU werd de KCV niet meer betrokken bij het overleg met de VU over de leerstoel.  De VU moest het aantal bijzondere leerstoelen ook drastisch terugschroeven. Miranda haar deskundigheid als antropoloog ligt vooral op het vlak van de evangelische en pinksterbewegingen. Haar leerstoel is een goede voortzetting van de eerdere leerstoel Pentecostalisme die de VU beloofde bij het in ontvangst nemen van het archief van Walter Hollenweger. De katholieke wereld valt buiten haar onderzoeksveld.

 

Te weinig oecumene

Oecumenische contacten heeft de KCV in de loop van de jaren volop gehad (zie www.kcv-net.nl/meer/oecumene). De officiële dialoog tussen de Verenigde Pinkster- en Evangelie Gemeenten en de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland is in een periode van ruim 10 jaar met jaarlijkse dialoogdagen tot stand gekomen. Het was een initiatief vanuit de KCV in samenwerking met de Katholieke Vereniging voor Oecumene en mondde uit in officiële rapporten en bevestigingen vanuit de Bisschoppenconferentie.

 

Heeft Kees van der Kooi dan helemaal geen punt, bij zijn opmerkingen over ons als katholieke charismatische vernieuwing? We hebben het vertrouwen van de bisschoppen en van allerlei verantwoordelijken in onze kerk gekregen. Paus Paulus VI was daarin, dankzij de bemiddeling van kardinaal Suenens, al in 1973 een voortrekker. En in 2013 trad een paus aan die zelf van binnenuit de charismatische vernieuwing en de oecumene met evangelische christenen in Argentinië had leren kennen. Hem hoefden we niet te overtuigen van het belang van de doop in de Heilige Geest. Bij zijn aantreden werd hem door internationale leiders van de KCV gevraagd wat hij van deze vernieuwing verwacht. Daar was hij verrassend duidelijk over: deel de doop in de Heilige Geest met iedereen in heel de Kerk, creëer en onderhoud oecumenische relaties en zet je in voor de armen.

 

Correctie van de paus

Op zijn initiatief werd de internationale serviceorganisatie CHARIS opgericht als onderdeel van de Kerk om met name die drie doelstellingen te bevorderen. Wie nog dacht dat je niet tegelijk rooms-katholiek en oecumenisch kunt zijn, kreeg hier de nodige correctie van de paus. Onze oecumenische contacten maken ons als rooms-katholieken niet verdacht, alsof we halve protestanten zijn, maar zijn juist een opdracht. Ik was in het Vaticaan aanwezig in 2019 bij de start van CHARIS, waar leiders uit de hele wereld samen kwamen. Oecumene kreeg daar volop de aandacht.

 

Michelle Moran, die tot 2019 internationaal een belangrijke leidinggevende was, merkte op dat de aandacht voor oecumene voor sommigen nieuw is, terwijl anderen er hun leven voor hebben gegeven. Tijdens deze internationale leidersconferentie kwam de oecumenische dimensie nadrukkelijk tot uiting. Een tiental vertegenwoordigers van andere kerken kregen het woord. Diaken Johannes Fichtenbauer ging voor in een gezamenlijke schuldbelijdenis. Hij verwoordde op verschillende manieren dat we meer bezig zijn geweest om als goede katholieken geaccepteerd te worden in onze kerk, dan met Gods bedoelingen om door charismatische vernieuwing de eenheid van heel de Kerk dichterbij te brengen.

 

Hoe verder?

We hebben nu ook in Nederland een nationaal CHARIS-orgaan, waar ik tot september nog nationale coördinator van ben. Twee van ons waren bij het jubileum van de CWN. Misschien kan er een hernieuwd gestructureerd contact met de CWN komen. We hebben een gedeelde gezamenlijke startgeschiedenis, met name in de jaren zeventig en tachtig. Uit die periode zijn ook nog wederzijdse pijnpunten te bespreken, met name over de rooms-katholieke eucharistie tijdens CWN-conventies. Ik ben benieuwd hoe we door hernieuwd contact samen de zichtbare eenheid van de Kerk kunnen bevorderen. Wellicht daarin gelijk meenemend een gestructureerd contact met New Wine vanuit onze gezamenlijke passie om met onze beperkte mogelijkheden in de bestaande kerken het proces van vernieuwing door de Heilige Geest en de charisma’s te ondersteunen.

 

Kees Slijkerman (1955) is hoofdredacteur van het tijdschrift Bouwen aan de Nieuwe Aarde, het tijdschrift van de katholieke charismatische vernieuwing in Nederland; webmaster van www.kcv-net.nl en www.stucom.nl, coördinator van de Nederlandse CHARIS Service of Communion en medewerker van het Katholiek Documentatiecentrum in Nijmegen waar hij het archief van de Nederlandse katholieke charismatische vernieuwing ordent, beschrijft en toegankelijk maakt voor onderzoekers. Hij is rooms-katholiek, zijn vrouw is hervormd (PKN), ze wonen in Wijk bij Duurstede en gaan samen naar elkaars kerken.

 

 

(*) Dat noem ik ‘vindelijkheid’, in tegenstelling tot de bevindelijkheid die grote delen van christelijk Nederland kenmerkt. Ik schat zo dat vanuit de bevindelijke kerkstromingen ook weinig mensen de CWN conventies bezoeken.

Comments


© 2024 Tijdschrift Inspirare in samenwerking met uitgeverij Merweboek. | Privacy verklaring

  • Facebook
  • LinkedIn Inspirare
bottom of page